NL FR

Wat is een sinusoperatie?

Sinussen zijn met lucht gevulde holten in de schedel, die in verbinding staan met de neus.  De sinussen zijn, net zoals de neus, bekleed met slijmvlies dat voortdurend slijm afscheidt.  Door trilhaarcellen wordt dit slijm naar de neus vervoerd.

Er zijn verschillende sinussen: frontaal, tussen de ogen, maxillair en achteraan (sfenoidaal).

De normale werking van de sinussen kan op vele manieren verstoord zijn, bv tgv de bouw of varianten in ontwikkeling, tgv herhaalde of chronische infecties, tgv allergische zwelling van de slijmvliezen, tgv neuspoliepen, een gezwel,...

Bij sinusitis treden de volgende klachten vaak op de voorgrond: hoofdpijn, druk op de kaken of boven de ogen, neusversnuftheid, toegenomen neusslijmen, reukvermindering, afloop van slijmen in de keel met prikkelhoest tot gevolg,...

Een sinus- of neusbijholte-operatie wordt vaak een FESS genoemd (functionele endoscopische sinus surgery). Het is een ingreep, die wordt uitgevoerd als medicatie niet meer helpt, waarbij, afhankelijk van het radiologisch beeld, van één of meerdere sinussen of neusbijholten de doorgang naar de neus wordt vergroot en het zieke slijmvlies wordt verwijderd.

De sinussen liggen tussen en onder de ogen en gedeeltelijk onder de hersenen.  Het is bijgevolg een delicate operatie en om deze reden moeten alle voorzorgen genomen worden.

Voor de ingreep

Indien er sprake is van neuspoliepen of bij surinfectie wordt vaak voor de ingreep een behandeling gegeven met corticosteroïden en /of antibiotica. De dag van de ingreep dient men volledig nuchter te zijn (vanaf middernacht) daar deze ingreep meestal gebeurt onder algemene narcose. De meeste patiënten worden de dag van de ingreep opgenomen op de verpleegeenheid.  Bloedverdunnende medicatie, zoals aspirine, moet 5-7 dagen voordien gestopt worden.  Bespreek dit met uw arts.

De ingreep

Deze ingreep gebeurt onder algehele of locale verdoving met endoscopisch materiaal (kijkoperatie met tangetjes, zuigers,...) via de natuurlijke toegang van neus (de neusgaten). Aan het begin van de ingreep worden er tijdelijk wieken geplaatst in de neus die het neusslijmvlies doen ontzwellen (cottonoïden). Er wordt lokale verdoving ingespoten in het slijmvlies om het bloeden tijdens de ingreep te beperken. De verschillende doorgangen naar de sinussen worden, afhankelijk van de uitgebreidheid van de ziekte, stuk voor stuk opengemaakt. Eventuele bloedingen worden gecontroleerd. U kunt na de operatie meestal redelijk goed door de neus ademen,aangezien deze vrij gehouden wordt.  Enkel indien er sprake is van teveel bloeding worden er al of niet resorbeerbare wieken geplaatst. Er wordt een verbandje onder de neusgaten geplaatst (een snorretje) en de patiënt wordt wakker gemaakt en naar de ontwaakruimte gebracht. Verwikkelingen zijn gelukkig zeldzaam (< 3% van het totaal aantal ingrepen), doch kunnen nooit 100% verhinderd of uitgesloten worden, hieronder vindt u een richtinggevende lijst, die echter niet volledig kan zijn.

            Neusbijholte: bloeding, reukstoornis, infectie, gevoelstoornis van aangezicht.

            Oog: lucht in de oogkas, blauw oog, oogkasbloeding, dubbelzien, traanwegstoornis, blindheid

            Hersenen: hersenvochtlek, lucht in hersenen, meningitis, abces, bloeding.

            Algemeen: asthma-opstoot, shock, ...

Na de ingreep

Na de ingreep is er mogelijks wat neusbloeding. Dit wordt opgevangen met een verbandje onder de neus. De neus wordt best dezelfde avond nog gespoeld om korstvorming te beperken en de genezing van het slijmvlies te bevorderen. U mag de neus zachtjes snuiten (niet trompetteren).  Ook evt. bloed in de keel mag u uitspuwen.  Doorgeslikt bloed kan zwaar op de maag liggen, met neiging tot braken.  Op deze manier blijft de neus ook maximaal doorgankelijk. In bepaalde gevallen worden er op het einde van de ingreep wieken geplaatst (type Merocel). Lokale behandeling d.m.v. spoelen is dan uiteraard onmogelijk. Dezelfde dag of de dag na de ingreep (afhankelijk van de uitgebreidheid van de operatie en de algemene toestand van patiënt) kunnen de meeste patiënten naar huis.  Zo u dezelfde dag het ziekenhuis verlaat, kunt u niet zelf met de auto rijden.

Weer thuis

Thuis wordt meermaals (min. 3x/d.) daags de neus gespoeld mbv een neuskannetje met fysiologisch serum (1 afgestreken soeplepel zout per liter water, op te warmen tot 37°C), neemt u Celestone in afbouwende dosis (ter maximale ontzwelling, tegen de vorming van littekens en om irritatieve reacties zoals niesbuien te beperken) en wordt een neuszalf aangebracht vooraan in de neus (type Vitapantol of rhinovita).  Pas in het begin het eten aan (koud-lauw, vloeibaar tot halfvast).  Nies met de mond open.

Indien er sprake is van een neusbloeding die niet spontaan stopt kan men beter terugkomen naar het ziekenhuis om de ernst van de situatie door een arts te laten inschatten en zo nodig een tamponade aan te leggen of een beperkte cauterisatie te laten doen.  Contacteer de chirurg eveneens bij het minste oogprobleem of zo u veel waterig zoet vocht uit de neus zou verliezen.

Werkonbekwaamheid is meestal 2 weken voor mensen met handarbeid en 1-1.5 week voor mensen met administratieve functie.

Hoe wordt een sinusingreep opgevolgd?

Circa 1 en 2 weken na de ingreep vinden er controles plaats op de raadpleging NKO. Eventuele korstvorming wordt verwijderd. Na een zestal weken zijn de slijmvliezen doorgaans volledig hersteld. Na een 2-tal maanden vindt er een evaluatie van het effect plaats. Nadien is de frequentie van de bezoeken afhankelijk van eventuele blijvende last. Afhankelijk van een eventuele onderliggende aandoening van het slijmvlies van de neus, wordt er al dan niet verder gezet met een lokale behandeling d.m.v. een anti-inflammatoire neusspray (type Nasonex, Flixonase of Avamys).